Bliksem is niets anders dan een heel krachtige elektrische vonk tussen de aarde en de wolken, of tussen wolken onderling. Tijdens zo'n bliksemflits wordt de lucht in een fractie van een seconde heel sterk opgewarmd.
De warme lucht zet heel snel uit, en die schokgolf verplaatst zich door de lucht als een geluidsgolf: de donder.
Nu heeft licht een heel grote snelheid, nl. 300.000 km/s. Het licht van de bliksem is dus "bliksemsnel" bij de waarnemer. Maar de snelheid van het geluid in onze dampkring ligt veel lager, ongeveer 330 m/s. Vandaar het volgende hulpmiddeltje om de afstand tot een bliksem te bepalen: elke drie seconden komt overeen met één kilometer. Als je na een bliksemflits tot negen kan tellen, is die bliksem dus 9 s x 330 m/s = 2.970 meter of afgerond drie km van de waarnemer verwijderd.
Het gebeurt niet zo vaak dat bliksems op meer dan 10 km van een waarnemer nog een duidelijk hoorbare donder voortbrengen. De wind waait immers meestal naar de kern van het onweer. Het geluid van de bliksem moet dus als het ware tegen de wind in bewegen. Daardoor zijn onweders op meer dan 10 km afstand dikwijls nog niet hoorbaar.
woensdag 9 juni 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten